top of page

tijdgeest


Op internet lees ik over een Bosnische vrouw die in Emmen woont en haar door overstromingen geteisterde familie in Bosnië wil helpen. Emmen komt volgens het artikel 'massaal' in actie en dit levert 20 dozen kleding en ander nuttigs op. Halverwege het artikel popt een filmpje op van de KLM Werelddealweken.

Gisteren besprak Janita Monna in Trouw de debuten van drie dichters: Rens van der Knoop, Runa Svetlikova en ondergetekende. Een recensie die zich de winterslaap nog wat uit de ogen aan het wrijven was. Er werd eigenlijk maar één stevig punt gemaakt: de auteurs maakten zich allen schuldig aan 'een gebrek aan reflectie op de tijdgeest', waardoor de bundels een licht gevoel van teleurstelling teweegbrachten.

Ik overschrijd hier de gouden regel dat je NOOIT moet reageren op recensies. Ter compensatie beloof ik om dit stukje met strakke hand weg te houden van pogingen tot zelfverdediging of het onderuithalen van de recensent. Maar het begrip 'reflectie op de tijdgeest' fascineert me. Wat is de tijdgeest eigenlijk (en bestaat zij)? Op welke manier dient men op die tijdsgeest, zo zij al bestaat, te reflecteren? En natuurlijk: wordt een gedicht beter van zo'n reflectie?

Tijdgeest, zegt de dbnl, is een term waarmee 'de overheersende opvatting(en) of de geestesgesteldheid van een bepaalde historische periode' tot uitdrukking worden gebracht. 'In feite brengt men diverse verschijnselen uit één tijdvak onder één noemer om op die manier het wezen van dat tijdvak uit te drukken.'

Als rechtgeaard animist stemt het mij vrolijk dat een periode kennelijk een geestesgesteldheid kan hebben. Beelden van Alladin en de wonderlamp komen op. De tijdgeest die uit een enorme fles kruipt waarin alles wat gedacht en gevoeld wordt handig bij elkaar is gepropt.

Ik vermoed dat de tijdgeest vooral geraadpleegd wordt door hoogopgeleide westerse mensen. Veel anderen hebben helaas bij geboorte geen wonderlamp gekregen en voeren hun dagelijkse strijd om voedsel en gezondheid, onafhan­kelijk van de historische periode waarin zij leven. Ook de basisemoties van de mens: vreugde, verdriet, angst, woede, verbazing en afschuw, lijken van alle tijden te zijn.

De tijdgeest is dus eerder de publieke vorm waarin die emoties hun weg vinden in een bepaalde periode. En poëzie zou zich dan kunnen inschrijven in de heersende debatten van die tijd en een standpunt kunnen verkondigen. In onze huidige tijd zou je kunnen denken aan materialisme versus milieubewustzijn, individualiteit die op gespannen voet staat met het verlangen om ergens bij te horen, een grote drang naar vrijheid zonder je onveilig te hoeven voelen (of een grote behoefte aan veiligheid zonder je onvrij te hoeven voelen), radicalisering en onverschilligheid.

Monna schaart zich in haar recensie achter Erik-Jan Harmens die in 2006 schreef: ‘Ik wil poëzie die op geen enkele manier vrijblijvend is. Ik wil poëzie die zich aan iets committeert. Ik wil poëzie die zich op zijn minst aan zichzelf committeert.’ Voorwaar, een wens waar geen serieuze kunstenaar het mee oneens zal zijn. Wat beiden denk ik bedoelen is rechtstreekse reflectie. Ondubbelzinnig engagement. Je moet in het gedicht die heersende debatten en eigen standpunten terug kunnen vinden.

En dat is het punt waar onze wegen scheiden. Met Hegel geloof ik dat kunst altijd een reflectie is van de tijd waarin zij gecreëerd is, omdat de kunstenaar immers een product van die tijd is. Dat klinkt gemakzuchtig, maar ik ga ervan uit dat een dichter die zichzelf serieus neemt, ook zijn (of haar) tijd serieus neemt. Dat wil zeggen dat hij zich betrokken voelt bij de wereld - of zich juist van haar afkeert - en in zijn poëzie iets zegt over zijn wereld. En dat kan - gelukkig - op oneindig veel manieren. Je kunt een Syriëganger in je gedicht opvoeren maar ook een oudere vrouw die zich eenzaam voelt. Je kunt bomen aan het woord laten om iets te zeggen over de puinhoop die wij van de aarde maken, of openlijk van leer trekken tegen die puinhoop. Of de boodschap overkomt, hangt niet af van de graad van 'rechtstreeksheid', maar van de kwaliteit van de dichter.

Ik wil geen gedicht dat mij vertelt hoe het zit en wat ik moet denken. Daarvoor lees ik opiniestukken (of juist niet). Ik wil poëzie die mij iets laat zien wat iets verschuift in mijn hoofd. Poëzie die mij mijn vrijheid als lezer niet afneemt. Die niet onverschillig is, maar mij zelf mijn mening laat vormen. Die mij een bouwsteen levert waar ik zelf een huis naar keuze mee kan bouwen. Goede poëzie is tijdloos, of zij zich nu rechtstreeks met de actualiteit bezighoudt of niet.

Onder het stukje over de Emmense hulpactie stond de pakkende titel van het volgende stukje: 'Ruitengooier uit Emmen bedreigt vrouw met de dood'. Zolang de ruitengooier en de hulpgoederen naast elkaar bestaan, kan elk gedicht op zijn eigen manier de tijdgeest beschrijven.

Featured Posts
Check back soon
Once posts are published, you’ll see them here.
Recent Posts
Archive
Search By Tags
No tags yet.
Follow Us
  • Facebook Basic Square
  • Twitter Basic Square
  • Google+ Basic Square
bottom of page