ruikt als verbrand haar, kapotgekookte groenten in het bejaardenhuis, de ochtendadem van je partner – of jezelf.
klinkt als een zanger die de hoge noot net niet haalt, het knerpen van een dode tak, het hameren van spijkers in planken om de ramen te beschermen tegen een opkomende storm. voelt als tegen een spinnenweb aanlopen in het bos, langs een splinter in je hand strijken, een traptrede missen, schrijven met je andere hand. smaakt als water vol chloor, te warme thee, de vla die je krijgt in het ziekenhuis wanneer je amandelen getrokken zijn. ziet eruit als de punt van de staart van een slang die de bosjes inschiet nadat hij je gezien heeft, de kat op de vensterbank die probeert droog te blijven en jou in de gaten te houden op hetzelfde moment, een te dikke vrouw die probeert haar schoenveters te strikken, iemand die te hard praat en daarop gewezen wordt.
Opmerkingen