de draad kwijt
- saskiastehouwer

- Aug 9
- 1 min read
Een van mijn lievelingsklanten komt na een tijdje weer in de winkel. Hij is ongeveer tachtig jaar en heel vriendelijk. Hij weet altijd mijn naam en zegt dan: jij en je collega's voeren zulke leuke snelle gesprekjes in de winkel, ik luister daar graag naar.
Vandaag ziet hij er moe uit en ik vraag hem hoe het gaat. Ik ben afgewezen voor euthanasie, zegt hij. Ze vinden dat ik veel te gezond ben. Ik begrijp het wel hoor.
Hij doet zijn tas open en haalt daar een grote bol wol uit in een stralend zonnebloemgeel. Ik probeer weer wat zin te vinden, zegt hij. Aan het eind van de bol wol hangt een punnikklos waar een trots geel strengetje uit tevoorschijn komt. Hij heeft al tien centimeter zingeving bij elkaar gepunnikt.
De volgende klant maakt een enorm drama van het feit dat ze haar klantenpas is vergeten en nu geen korting krijgt. Ze is bijzonder onvriendelijk maar ik zie ook paniek in haar ogen. Ik wil haar vertellen over de gele wol en over hoe kwetsbaar we allemaal zijn. In plaats daarvan vraag ik de klant achter haar om haar zijn klantenpas te lenen. Daarna loop ik weg van de kassa. Ik heb even een snel leuk gesprekje met een collega nodig.



